Multidisciplinair team voor patienten met kanker op de SEH kan een toegevoegde waarde bij de behandeling zijn.

‘Wanneer een patiënt met kanker ernstig ziek is dan kan overleg het beste behandelplan opleveren’

Kankerpatiënten die kort voor hun overlijden met acute klachten op de spoedeisende hulp van het ziekenhuis belanden, worden te vaak onnodig geopereerd.

Dat stelt chirurg-in-opleiding Frederiek Bosscher in een onderzoek waarop ze maandag promoveerde aan de Rijksuniversiteit Groningen. ,,Ook wanneer een patiënt ernstig ziek is moeten artsen in een acute situatie durven afzien van behandeling”, stelt ze in haar proefschrift.

Als kankerpatiënten aan het eind van hun leven ernstige klachten krijgen, komen ze meestal eerst terecht op de spoedeisende hulp. De artsen daar kennen alleen hun behandelgeschiedenis niet en er is geen tijd om te overleggen met het gehele ‘multidisciplinaire team’ dat de kankerbehandeling doet. Het lastige besluit wat er moet gebeuren, moet dan snel door één beschikbare arts worden genomen.

De afdeling chirurgische oncologie van het UMC Groningen deed de afgelopen twee jaar onderzoek naar deze patiënten. Een kwart van hen overlijdt binnen dertig dagen na hun komst op de spoedeisende hulp en 63 procent binnen twaalf tot achttien maanden. Maar voor de artsen op de spoedeisende hulp is niet goed in te schatten hoeveel overlevingskans de patiënten op dat moment hebben. Bosscher pleit daarom voor de aanwezigheid van het hele multidisciplinaire team, ook in avonden en weekeinden, bij voorkeur met inspraak van de eigen huisarts of verpleeghuisarts.

De kankerpatiënten komen vaak voor verstoppingen of ernstige benauwdheid op de spoedhulp, soms voor pijn of verlammingen door een geblokkeerd ruggenmerg, geperforeerde organen, bloedingen of infecties. Veel van die klachten worden veroorzaakt door de kanker zelf of door de kankerbehandeling, zoals chemotherapie. Er kan wel operatief iets tegen gedaan worden, maar al te vaak leeft de patiënt niet meer lang genoeg om te herstellen van de operatie. Daarom kan volgens Bosscher door zo’n multidisciplinair team beter bekeken worden of een operatie nog wel zin heeft.

Ze keek ook naar de kosten. Die zijn lastig te vergelijken door de zogeheten diagnose-behandel-combinaties, dbc’s, de prijskaartjes van ziekenhuisbehandelingen. In het algemeen stelt ze wel dat duurdere zorg niet tot betere overleving hoeft te leiden en ook de kwaliteit van de laatste levensfase niet beter hoeft te maken.

Bron