Personeel spoedeisende hulp: Het geweld tegen ons is heftiger geworden

Minder voorspelbaar is het geweld. “Het is echt een groot probleem. Vroeger was het er ook, maar het wordt heftiger.

Vier verpleegkundigen kijken op een scherm op de gang van de Spoedeisende Hulp, de SEH-post, van het HagaZiekenhuis. Ze zijn druk in overleg maar hebben tijd voor een grapje, zo blijkt uit het gelach. Achter de balie zitten drie werknemers rustig achter hun computer. Het is bijna lunchtijd, het lijkt niet druk. Maar Artze Prins ziet iets anders. De manager van de Haagse spoedpost loopt een rondje langs de ‘high-care’, het kleine tiental kamers voor patiënten die extra aandacht nodig hebben. Geen verstuiking die nog wel even kan wachten, maar ernstige benauwdheid bijvoorbeeld.

“Er is nog maar één kamer vrij”, noteert Prins. “En de drukte in de middag moet nog komen.” De twee grote traumakamers waar alle hightech staat opgeslagen wanneer een reanimatie nodig blijkt te zijn, zijn nog niet nodig gebleken. Zo ja, dan is direct zo ongeveer iedereen nodig die nu nog rustig in de centrale ruimte staat of zit.

“Met de motivatie van de mensen is niks mis”, zegt Prins. “Je doet dit werk voor de patiënt. En je komt naar je werk, want je wilt je collega’s niet in de steek laten.” De druk wordt groter, want het Haga kan niet alle vacatures vervullen. “We merken dat de economie is opgeleefd. Mensen verwisselen van baan. Dit is best pittig werk. Iemand die het tien jaar doet en dan kiest voor een functie elders, met alleen dagdiensten: ik kan me daar zeker iets bij voorstellen.”

Het Haga probeert zelf extra verpleegkundigen op te leiden en ook als voorzitter van de NVSHV, de beroepsvereniging voor verpleegkundigen op de spoedeisende hulp, doet Prins er alles aan genoeg personeel te krijgen in het hele land. “Er is een relatief nieuwe opleiding voor medisch hulpverlener. We kijken hoe we die kunnen laten aansluiten op ons werk. Maar ik kan niet zomaar een blik extra personeel opentrekken, een aanvullende opleiding kost al snel anderhalf jaar. En opzeggen kan in twee maanden.”

Honkbalknuppel

Komende week, op Nieuwjaarsdag, zal Prins vanaf vroeg in de ochtend op de post aanwezig zijn. Om de ploeg die alle vuurwerkellende heeft behandeld bij te staan met de afwikkeling. Dat is de voorspelbare drukte, net zoals in de weken dat het ijzelt of wanneer mensen allemaal het ijs op kunnen om te schaatsen.

Minder voorspelbaar is het geweld, zegt de manager. “Het is echt een groot probleem. Vroeger was het er ook, maar het wordt heftiger. Vaak vanwege een combinatie van drank, verdovende middelen en lichamelijke klachten. Iemand die met een honkbalknuppel de apotheek even aan diggelen slaat en door een arrestatieteam in zijn been geschoten moet worden zodat hij aangehouden kan worden. En dat voor een patiënt die toch naar het ziekenhuis kwam om er lichamelijk beter uit te gaan. Zo grof gaat het vaak niet, maar ‘klanten’ die het personeel allerlei ziektes toewensen, dat is tegenwoordig vrij normaal.”

Onderbroken pauzes

Ook als het personeel even een kop koffie neemt, zijn er patiënten die gaan klagen waarom ze niet direct worden geholpen. “Terwijl onze mensen ook pauze moeten kunnen nemen”, zegt Prins. “Zeker als het gaat om klachten die nog wel even kunnen wachten. Moet ik dan zeggen dat het personeel maar onzichtbaar in een kamertje koffie gaat drinken? Dan verlies je weer de kans om toch nog toezicht te houden voor als er iets fout gaat.” Onderbroken pauzes, die zullen altijd bij het werk horen denkt Prins. “Je kunt wel zeggen dat je altijd om zes uur wilt eten, maar dat gaat niet op als iemand met een zwaar trauma binnenkomt of als je moet reanimeren.” Hij hoopt dat openstaande vacatures worden vervuld. “En dan niet alleen op korte termijn. Ook voor over een paar jaar: dat we kijken hoeveel artsen en verpleegkundigen er op de SEH’s in Nederland nodig zijn, en dat we allemaal ernaar handelen om dat voor elkaar te krijgen.”