Psychosociale Arbeidsbelasting op de Spoedeisende Hulp

Onderzoek naar werkfactoren, individuele factoren en gezondheid/welbevinden bij verpleegkundigen en artsen op 19 SEH-afdelingen.

Dit rapport bevat de resultaten van het onderzoek naar de psychosociale arbeidsbelasting van
SEH-medewerkers in 19 ziekenhuizen in Nederland. Bij deze onderzoeksgroep zijn gegevens
verzameld door middel van vragenlijsten en interviews. Hierbij zijn werkfactoren, individuele
factoren, alsmede de gezondheid/het welbevinden van de medewerkers in kaart gebracht.

Door de hoge respons op de vragenlijst (74%) bestaat de uiteindelijke onderzoeksgroep uit 887
verpleegkundigen en artsen (al dan niet in opleiding).
Uit het onderzoek blijkt dat een aanzienlijk deel van de SEH-medewerkers emotioneel is uitgeput
(41%), last heeft van slaapklachten (14%) en/of Post Traumatische Stress-klachten (14%).
Daarnaast overweegt een derde op zoek te gaan naar een andere baan. Positieve punten: meer
dan de helft (61%) van de SEH-medewerkers is (zeer) bevlogen en slechts een klein deel voelt
zich persoonlijk onbekwaam (5%).

Op basis van de onderzoeksgegevens blijkt dat de werksituatie op de SEH-afdelingen op dit
moment naast positieve aspecten diverse knelpunten bevat. Op een aantal hulpbronnen, zoals
sociale steun van de leidinggevende(n), werkafspraken, communicatie binnen het ziekenhuis, en
materiaal en apparatuur, wordt relatief gunstig gescoord. Echter de ervaren werkdruk en de
emotionele belasting is hoog en de personele bezetting laag. Verder is er sprake van relatief lage
autonomie en zijn er weinig herstelmogelijkheden tijdens het werk. Tenslotte is er sprake van
een organisatieklimaat waarin weinig aandacht is voor de psychosociale belasting van het werk
en de consequenties daarvan voor de medewerkers.

Nadere analyses van de relaties tussen werkfactoren, individuele factoren en
gezondheid/welbevinden laten zien dat met name de hoge werkdruk, het aantal
agressie/emotioneel belastende situaties, het organisatieklimaat, maar ook de mate van
autonomie van de medewerker en herstel tijdens het werk verband houden met
gezondheidsklachten en verminderd welbevinden.

Individuele factoren, zoals hoe de medewerker omgaat met belastende situaties en het herstel buiten werktijd, spelen ook een rol
maar lijken minder invloed op het welbevinden van de SEH-medewerkers te hebben dan de
werkfactoren. De voornaamste knelpunten in de werksituatie blijken hiermee ook de belangrijke
aangrijpingspunten te zijn om gezondheid en welbevinden op de SEH te verbeteren.

Tot slot zijn er verschillen tussen de SEH-afdelingen zowel in het aandeel medewerkers dat
gezondheidsklachten/verminderd welbevinden ervaart, als in de beoordeling van de
werkfactoren. Bepaalde kenmerken van de SEH, zoals wel of geen traumacentrum, wel of geen
universitair ziekenhuis, lijken hierbij een geringe rol te spelen.

Op basis van de resultaten wordt aangeraden om prioriteit te leggen bij het verbeteren van de
genoemde knelpunten in de werksituatie. Daarnaast is het van belang de groep medewerkers die
reeds (ernstige) klachten ervaart ondersteuning en behandeling te bieden.

Lees hier het rapport