Het werk van Ed Slangen, manager Spoedeisende Hulp Maastricht UMC

In het MUMC staat een grootscheepse verbouwing van de SEH op stapel, dus dat zal de nodige voorbereiding vragen, interview met Ed Slangen

Dat vraag ik aan Ed Slangen, hoofd Spoedeisende Hulp MUMC. “De hele SEH wordt opnieuw ingedeeld en de AOA verhuist van de tweede verdieping naar beneden en wordt onderdeel van de nieuwe SEH. Er komt meer ruimte omdat de EHH verplaatst zal worden naar de afdeling cardiologie op niveau drie.

Ed slangen is in 1980 gestart met de opleiding tot verpleegkundige in het toenmalige Annadal en heeft in 2007 de studie gezondheidsmanagement aan de universiteit afgesloten. Vanaf 2002 is hij hoofd van de SEH in het MUMC. Slangen: “Op dit moment zet ik beleidskaders uit en creëer randvoorwaarden waarbinnen het team kan functioneren. Er  is sinds twee jaar een ZOCO (zorgcoördinator) aangesteld,  Janne Jacobs, die de dagelijkse gang van zaken begeleidt en door mij aangestuurd wordt. Ik doe de jaargesprekken, het verzuimbeleid en het financiële beleid, gesprekken met medewerkers en eindbeoordelingen.”

Terugkomend op de toekomstige SEH vervolgt Slangen:  “Deze heeft 2  moderne acute high care kamers met aangrenzend de CT Scanner en 2 losse acute highcare kamers.  De SEH wordt verder ingedeeld in high, medium en low care. Er zijn twee isolatiekamers gepland, één dicht bij de ambulancehal en de ander dicht bij de wachtkamer voor de mensen die lopend binnen komen. Deze kamers kunnen ook gebruikt worden voor bijvoorbeeld mensen met een chemische besmetting. Voor deze laatste groep is gepland dat er nog een aparte decontaminatiekamer komt, grenzend aan de ambulancehal, met directe toegang tot de SEH.”

“Qua personele bezetting zijn er ook veranderingen gepland. Buiten kantooruren zal aan de balie waar patiënten zich melden, zowel iemand van de HAP als van de SEH aanwezig zijn. Zij triëren alle patiënten primair voor de HAP of voor de SEH en deze gaan naar afzonderlijke wachtkamers. Dit proces wordt dus helemaal gesplitst,” aldus Slangen. “Vanuit de wachtkamer SEH wordt de patiënt getrieerd  op urgentie door de triageverpleegkundige, die iedere patiënt ziet. Deze  kan al starten met de onderzoeken, in de toekomst  op twee triagekamers. We verwachten daardoor een verbetering van de werkprocessen, dus idealiter een verkorting van de doorlooptijden”.

“Tevens is ervoor gekozen om een observatie-unit in te richten, waar patiënten een paar uur kunnen verblijven voor observatie,” vervolgt Slangen.” We noemen dit een tussenstation om te bepalen of iemand al dan niet opgenomen moet worden.  Deze mensen worden nu opgenomen op de AOA of een verpleegafdeling. Uitdaging hierbij is dat de observatie-unit natuurlijk geen verblijfruimte mag worden als er geen plek in huis is.”

Een andere uitdaging beschrijft Slangen als volgt: “Sommige artsen twijfelen er aan of er genoeg kamers zijn, wij denken dat er genoeg zijn (het medium-care gedeelte gaat van 15 naar 21 kamers). Daarom gaan we verder de processen optimaliseren (Lean) waardoor de ruimtes ,die er nu zijn, wél voldoende zijn.

Ed Slangen is ook verantwoordelijk voor CANZ  (Coördinatie Avond en Nacht Zorg) dat  onderdeel is geworden van de SEH. “De bezetting van de avond- en nachtploeg wordt gerealiseerd door mensen, die dit werk leuk vinden naast hun werk op een afdeling. Er zijn  nu 11 mensen en iedereen lijkt heel tevreden met dit concept.  Momenteel is een evaluatie gaande en ik ga er van uit dat dit model gecontinueerd  wordt.”

Extern is Slangen voorzitter van het HOSA, een ketenoverleg van hoofden SEH en ambulancezorg in  Limburg.

Slangen: “De rol van het HOSA zou wat steviger mogen  zijn. De ontwikkeling van het keten-denken is nog steeds niet zoals het zou moeten zijn,  teveel  verschillende belangen spelen een rol.  Het HOSA is ooit in het leven geroepen om formele afspraken te maken in de keten, maar het formele lijkt  verwaterd.  Er kunnen geen dwingende besluiten genomen worden, het gaat op basis van consensus tussen de verschillende hoofden, wat op zich goed is. Maar formele eenduidigheid is moeilijk te bereiken.”

Zou het ROAZ (Regionaal overleg acute zorg) hier een rol kunnen spelen?

Slangen: “Absoluut het ROAZ en het NAZL kunnen een belangrijke rol spelen om een voorstel formeel af te tikken. De Coördinator van het NAZL (ook aanwezig bij het HOSA) kan hierbij optreden als linking pin. Voordeel van het HOSA is dat deze dicht bij de praktijkgeorganiseerd is, waardoor praktisch goedwerkende voorstellen kunnen worden geformuleerd. Het NAZL is belangrijk als sparringpartner, die eenduidigheid voor de regio in het vizier heeft.  NAZL moet onderdeel van de acute zorg zijn en niet alleen als kantoor gezien worden.”

Ook landelijk is Ed Slangen geen onbekende, onder andere als bestuurslid van de NVSHV ( Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Verpleegkundigen) en de landelijke organisatie  NTS( Nederlands Triage Standaard). Ook het landelijke overleg met collega’s uit de  andere academische centra is een regelmatig terugkerende activiteit.

En dan privé! Het is alom bekend dat Ed Slangen vanaf 2014 wethouder in Nuth is, voor het sociaal domein, leefbaarheid, verenigingsleven, sport, cultuur  en onderwijs. Slangen: “Hier staat 22 uur voor, maar ik doe veel meer. Afgelopen 12 jaar heb ik als raadslid hetzelfde gedaan. Nu ben ik als wethouder eindverantwoordelijke voor wat ik altijd al deed.”

Samenvattend concludeert Slangen: “Tot mijn pensioen heb ik nog veel te doen!”