Motivatie van SEH-verpleegkundigen om aangifte te doen laag

Grote cultuuromslag onder de SEH-verpleegkundigen nodig om de aangiftepercentages substantieel te verhogen.

 

“Als ik iets privé mee zou maken zou ik eerder aangifte doen.

 Dan zou ik zeker aangifte doen.”

Dat concludeert Eveline Vink in haar scriptie ‘Aangifte doen van agressie en geweld door Spoedeisende Hulp verpleegkundigen.’

Zij schreef haar scriptie in het kader van de master Forensische Criminologie aan de Universiteit Leiden.

De belangrijkste oorzaken van de lage motivatie zijn:

de agressie is werkgerelateerd en wordt daardoor als minder persoonlijk ervaren

de hoge frequentie van agressie en daarmee samenhangende hoge tolerantiegrens van de verpleegkundigen

men is aan het werk en tijdens het werk aangifte doen kan lastig liggen omdat het druk is, na afloop van het werk wil men alleen ..maar naar huis.

De onderzoeker heeft de indruk gekregen dat er wel een heel grote cultuuromslag onder de SEH-verpleegkundigen zou moeten plaatsvinden om de aangiftepercentages substantieel te verhogen.

‘Veel voor de hand liggender zou het in dit opzicht zijn dat de Beveiliging (optredend vanuit het ziekenhuis als werkgever) het hele aangifte doen over zou kunnen nemen. Zij hebben hier ervaring mee, hebben er meer tijd voor, hebben veel minder angst voor represailles en hebben ook een meer repressieve instelling. Alles zoveel mogelijk bij de Beveiliging leggen (ook binnen andere organisaties), zou waarschijnlijk de meest professionele, efficiënte en productieve aanpak van agressie en geweld zijn. De rechtspraak in Nederland zal dit voorlopig waarschijnlijk niet toelaten, dus zal er vanuit de werkgevers nog het een en ander moeten gebeuren.’

‘Uit de interviews met verpleegkundigen komt o.a. naar voren dat zij vaak erg slecht op de hoogte zijn van gemaakte afspraken met politie en OM over de aanpak van de dader en het doen van aangifte. Wellicht als medewerkers beter op de hoogte zouden zijn van alle extra mogelijkheden dat de aangiftebereidheid toeneemt. Verder zouden werkgevers na een incident onmiddelijk vervanging voor het slachtoffer op de werkvloer kunnen regelen. Maar dan nog zal de verpleegkundige eerst overtuigd moeten worden van het belang van aangifte doen, en dat hij/zij verder niet veel tijd kwijt zal zijn aan een strafproces, en dat hij/zij geen last zal ondervinden van de nasleep van aangifte doen (represailles bijv.).’

De onderzoeker en met haar de NVSHV constateren dat er is nog een lange weg is te gaan.

Lees hier het rapport

 

Pilotfase NTS voorbij

NTS organisatie

De Nederlandse Vereniging Spoedeisende Hulp Verpleegkundigen (NVSHV), Ambulancezorg Nederland (AZN) en het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) werken sinds 2005 samen aan de ontwikkeling van één standaard voor triage in de keten voor acute zorg. Vanaf 1 juli dit jaar is de Nederlandse Triage Standaard (NTS) de pilotfase ontgroeid. De deelnemende partijen hebben op basis van het succes van de pilot de intentie uitgesproken om de samenwerking te continueren. Naar verwachting is er binnen enkele maanden een structurele organisatie voor de NTS, en zullen ook de licentiekosten bekend zijn.

Implementatiewijzer

De ervaringen uit de negen pilotregio’s zijn ook gebruikt voor het ontwikkelen van een implementatiewijzer. In deze implementatiewijzer zijn de ervaringen die van belang zijn voor toekomstige NTS gebruikers beschreven. De implementatiewijzer is eind september 2011 beschikbaar via www.de-nts.nl.

ICT
Drie leveranciers hebben voor hun applicatie inmiddels het NTS-keurmerk verkregen: Labelsoft, Semlab en Topicus. Meerdere softwareleveranciers zijn geïnteresseerd in het bouwen van een applicatie voor de NTS.

Redactieraad

Beheer en onderhoud van de NTS is de verantwoordelijkheid van de redactieraad. Hierin zitten vertegenwoordigers van het NHG, AZN, de NVHSV en de Nederlandse Vereniging Spoedeisende Hulp Artsen (NVSHA) en GGZ Nederland.
De redactieraad beheert de NTS aan de hand van de stand van de wetenschap en ervaringen met de NTS door deze voortdurend te actualiseren. Heeft u vragen of opmerkingen over de inhoud van de NTS? Ga naar www.de-nts.nl ‘In de praktijk’ ‘Veel gestelde vragen’.

Triageplus

De NTS-redactieraad organiseert een werkconferentie om een standaard op te stellen voor ‘Triageplus’. Triageplus is een richtlijn met adviezen voor aanvullend onderzoek gekoppeld aan de uitkomst van de triage. Op basis van urgentie en zorgprobleem – ingangsklacht – kan de wachttijd simpelweg efficiënter worden benut. Veel ziekenhuizen kennen lokale protocollen en werkafspraken. Landelijk bestaat er echter weinig eenduidigheid en consensus over. Dat kan beter. Op basis van de uitkomst van de werkconferentie, waaraan gebruikers van MTS, ESI en NTS meewerken, zal eind dit jaar de eerste versie van NTS-Triageplus beschikbaar zijn, zodat met de NTS de werkprocessen op de SEH nog beter gestroomlijnd worden.

Waar wordt NTS gebruikt?

Naast de organisaties in de 9 pilotregio zijn ook de huisartsenposten Den Helder, Den Bosch, Den Haag, Enschede, Hengelo en Oldenzaal gestart met de digitale ketenrichtlijn voor triage.
Het NHG heeft de Nederlandse Triage Standaard integraal verwerkt in de nieuwe NHG-TriageWijzer. Hierdoor is de NTS dè triagestandaard voor de huisartsenposten en de dagpraktijken huisartsen.
Meer informatie vindt u op de website www.de-nts.nl. Daar is ook de mogelijkheid om u te abonneren op de nieuwsbrief, zodat u op de hoogte blijft van de laatste stand van zaken.