Verschenen: Leidraad kleine spoedeisende aandoeningen

Patiënten met laagcomplexe aandoeningen die zich melden op de afdeling Spoedeisende Hulp van een ziekenhuis of bij een huisartsenpraktijk worden steeds vaker geholpen door verpleegkundig specialisten, die deze patiëntengroep zelfstandig, zonder tussenkomst van een arts, kunnen diagnosticeren en behandelen. Dit boek is geschreven om deze behandelaars te ondersteunen in de praktijk, op de werkplek.

Wat mag niet onderbreken in mijn anamnese bij deze aandoening? Wanneer moet ik een arts in consult vragen? Waar moet ik op letten bij deze klacht? De protocollen zijn een gemeenschappelijk product van de spoedeisende hulpartsen, nurse practitioners en semi-artsen werkzaam in Medisch Centrum Haaglanden te Den Haag onder redactie van Cindy Brussé, SEH arts en Christien van der Linden, klinisch epidemioloog en nurse practitoner. Zij brengen in dit boek voor een heel scala aan laagcomplexe aandoeningen adviezen samen, waardoor een eenduidige handelswijze binnen één team wordt gestimuleerd. Het boek is ingedeeld in hoofdstukken als dermatologie, gynaecologie, KNO, oogheelkunde, wonden en fracturen, wat het makkelijk maakt het juiste advies snel op te zoeken.

Leidraad kleine spoedeisende aandoeningen is verschenen bij uitgever Bohn Stafleu van Loghum.

Rapport Arbeidsmarktonderzoek SEH-verpleegkundigen aangeboden aan minister Klink.

Bij ongewijzigd beleid zal het tekort aan gekwalificeerde SEH-verpleegkundigen oplopen tot 500 in 2012; dit op een totaal van ruim 3000 formatieplaatsen in Nederland. De belangrijkste oorzaken van het oplopend tekort zijn gelegen in werkdruk, onvoldoende loopbaanperspectief en het structureel te weinig opleiden van SEH-verpleegkundigen. Deze ontwikkelingen vormen een ernstige bedreiging voor de kwaliteit en continuïteit in de spoedeisende medische hulpverlening die door de ziekenhuizen wordt geleverd.

Op 15 juni jl. is bovengenoemd rapport door het bestuur van de NVSHV besproken met minister Klink van VWS en is de noodzaak tot het nemen van maatregelen besproken. In overleg met de minister en zijn departement zullen de volgende maatregelen worden in uitgewerkt:

Om meer perspectief te bieden voor de SEH-verpleegkundige zullen initiatieven worden genomen om de competenties van de SEH-verpleegkundige ook inzetbaar te maken in de eerste lijn acute zorg. Met name daar waar de ontwikkeling van Spoedposten HAP/SEH zich voordoen ligt een aantrekkelijk perspectief voor de SEH-verpleegkundige. De NVSHV is van mening dat er meer ruimte dient te komen voor de (opleiding tot) verpleegkundig specialist/nurse practitioner op de SEH.

De NVSHV heeft voorgesteld om de het rapport Spoedeisende Hulp: vanuit een stevige basis(2009) genoemde opleidingen (SEH-opleiding, triage-opleiding, TNCC en ENPC) ter verkrijging van de gevraagde kwalificaties voor de SEH-verpleegkundige zullen worden opgenomen in het Opleidingsfonds. Hiermee ontstaat een situatie dat er geoormerkte opleidingsgelden beschikbaar zijn t.b.v. het kwalificeren van de SEH-verpleegkundige. Daarnaast wordt het op dat moment ook aantrekkelijker om bovenformatief op te leiden, hetgeen een bijdrage kan leveren aan de oplopende tekorten. Afgesproken is om hiertoe het overleg tussen VWS en de NVSHV op te starten en te werken aan de realisatie daarvan.

Naast genoemde punten heeft het bestuur van de NVSHV er bij de minister ook voor gepleit om de triagefunctie in de acute zorg nadrukkelijker dan nu de aandacht te geven. Triage wordt als een van de peilers in de acute zorg beschouwd, naast een goede toegang en een juiste behandeling. De triagefunctionaris dient, in de opvatting van de NVSHV, te beschikken over een ruime werkervaring in de acute zorg, ondersteund door de nodige opleidingen.

Tenslotte zal gekeken worden naar de mogelijkheid van het inzetten van militair verpleegkundigen op SEH-afdelingen, nu de missie in Afghanistan binnenkort afloopt.

Voor de NVSHV was het overleg met de minister een unieke gelegenheid haar beleidspunten onder de aandacht te brengen. Tijdens het gesprek bleek er een hoge mate van overeenkomst te zijn tussen de speerpunten NVSHV en het beleid acute zorg van VWS. Een vervolgoverleg voor verdere uitwerking is dan ook afgesproken.

Bij eventuele vragen kunt u contact opnemen met dhr. F. de Voeght MHA
f.de.voeght@nvshv.nl of 06 51403027 of drs. P. Jochems p.jochems@nvshv.nl of 06 21571891.

Inspectie voor de Volksgezondheid gaat toezicht houden op naleving kwalificatie-eisen SEH-verpleegkundigen

In het rapport “Spoedeisende Hulp: vanuit een stevige basis” wordt een aantal eisen, in termen van werkervaring en opleidingen&trainingen, benoemd die leiden tot een gekwalficeerde SEH-verpleegkundige. Deze kwalificaties zijn mede noodzakelijk om tot verantwoorde zorg op de afdeling SEH te komen. In het rapport wordt niet alleen ingegaan op de kwalificatie-eisen voor SEH-verpleegkundigen, maar bijv. ook op die van de artsen (voor het volledige rapport zie de website NVSHV).

Zowel de werkgevers, de beroepsgroep van SEH-verpleegkundigen (NVSHV), alsook de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Zorg (VWS) en de Inspectie voor de Volksgezondheid (IGZ) hebben het eerder genoemde rapport omarmd en daarmee een fundament gelegd onder het kwaliteitsbeleid intramurale Spoedeisende Hulp Verlening in Nederland. In zijn brief van 23 december 2009 benadrukt de minister het belang van het rapport en kondigde tevens aan de IGZ opdracht te geven toezicht te houden op de naleving van genoemde kwaliteitseisen.

Voor de NVSHV was dit aanleiding om met de IGZ van gedachten te wisselen over de vraag op welke wijze het toezicht op de kwaliteitseisen SEH-verpleegkundige wordt ingericht. Voor ziekenhuizen en professionals is het immers van het grootste belang te kunnen bepalen in welke tempo zij aan deze kwaliteitseisen moeten voldoen. In recentelijk overleg heeft de betreffende inspecteur IGZ het volgende aangegeven. Tot september 2010 zal de IGZ vooral reactief reageren; op basis van incidenten wordt achteraf gekeken of het betreffende ziekenhuis voldoet aan de gestelde kwaliteitseisen. Na september 2010 gaat de IGZ hierin een meer proactieve houding aannemen. Concreet betekent dit, aldus de inspecteur, dat bij bezoek van de IGZ aan een SEH-afdeling vooral wordt nagegaan in welke mate het ziekenhuis/SEH-afdeling genoemde opleidingen&trainingen in het scholingsbeleid voor de SEH-verpleegkundige heeft opgenomen. In de scholingsplannen zullen de in het rapport genoemde opleidingen&trainingen dan ook concreet terug te vinden moeten zijn.

Voor de NVSHV geeft dit het vertrouwen dat enerzijds het toezicht op naleving kwaliteitseisen SEH-verpleegkundigen vanuit de IGZ daadwerkelijk wordt ingevuld, anderzijds dat het veld in de tijd gezien voldoende gelegenheid wordt geboden zich voor te bereiden op het realiseren van genoemde kwaliteitseisen SEH-verpleegkundigen. De NVSHV blijft de contacten met de IGZ op genoemde punten onderhouden.